Aan het begin van de avond zitten we niets vermoedend op het terras met een goed glas wijn. Bart is druk geweest in de tuin, Mieke is nog bezig met de afronding van enkele opdrachten voordat eind deze week het ‘ouderschapsverlof’ in gaat. We moeten nog eten, maar eerst even rustig zitten.
Alleen … Iza is verre van rustig, drentelt heen en weer door de tuin en begint – tegen haar gewoonte in – te graven bij de mini-hooiberg. En daar zegt Raad van Beheer het volgende over: Het is belangrijk de hond goed in de gaten te houden, want als voorbereiding op de bevalling heeft een teef ook nesteldrang. Ze heeft de neiging om een hol te graven. Het is dus raadzaam haar niet meer los te laten, ook niet voor een plasje in de tuin. Wie even niet oplet is zijn teef kwijt en kan haar uitgraven van onder een houtstapel met als enige troost dat hij niet de eerste is waar dat gebeurt.” Dat graven dus in combinatie met verminderde eetlust en een lichte daling in temperatuur doet vermoeden dat ze op het punt staat te bevallen. Maar wel, een aantal dagen eerder dan verwacht.
Even voor half 8 komt er een groene vloeiing en springt Carla – een ervaren fokster en onze kraamhulp – in de auto. Om 19.33 uur komt het eerste pupje ter wereld. Lang leve het mobiele tijdperk, vanuit de auto geeft Carla adviezen aan ons. Om acht uur rijdt Carla de oprit op en liggen er inmiddels drie pupjes in de werpkist. Nog eens anderhalf uur later liggen er zeven pupjes in de werpkist: drie teefjes en vier reutjes. Het was een flitsbevalling. Alle hens aan dek en tegelijkertijd rustig en beheerst. Iza toont zich een volwaardige en rustige moeder.

Nog voor middernacht rijdt Carla weer huiswaarts en waken Bart en Mieke om beurten een deel van de nacht bij het kersverse nest.